Groot feest door een Westerwoldse mol

23 januari 2023

Ik schreef een sprookje, over een mol in Westerwolde. Door bovengronds te gaan en te vertellen waarom mollen zo belangrijk voor ons zijn een ware held werd. Zijn verhaal leidde bovendien tot een jaarlijks terugkerend voed-festival waar de heerlijkste gerechten geserveerd werden. Ik schreef het voor Gronings Vuur. In elke gemeente zoeken ze naar verhalen die het verdienen om verteld te worden. Mooi dat mijn mol zijn verhaal ook mocht vertellen.

Er was eens.......

…een wijze, al wat oudere mol. Met zijn 5,5 jaar en grote kennis gold hij in Westerwolde een beetje als de pater familias, als leraar van alle jonge molletjes. Voordat zij Westerwolde in trokken, leerde hij de jonkies hoe zingevend hun levenstaak was; met hun noeste graafwerkzaamheden de bodem zo gezond mogelijk houden.

Eigenlijk wat eentonig werk om een leven lang te doen. Omdat hij ze er met veel liefde, passie en plezier voor wist te enthousiasmeren en altijd vrolijk was, gaven ze hem de naam Monter de mol.

De laatste tijd was het echter een beetje onrustig ondergronds. De jonge molletjes hadden wat meer bovengrondse contacten – best uniek, want mollen leven nogal op zichzelf – en hoorden dat de ‘bovengrondsen’ zich nogal negatief uitlieten in het Dagblad van het Noorden over hun noeste arbeid. Ze zouden voor lelijke landschappen zorgen met akkers ‘die eruitzien als maanlandschappen met kraters’. En de taluds van het Ruiten Aa kanaal ‘als pubersgezichten onder de puisten’. (Deze laatste twee zinnen komen overigens letterlijk uit een krant en zijn dus niet verzonnen voor het sprookje)

Monter de mol kon het bijna niet geloven. Hij had gehoord dat de nuchtere Westerwolders van hun landschap en natuur hielden, dus dit moest wel nepnieuws zijn. Toch maakte hij de jonge mollen voor de zekerheid nog duidelijker dat ze geen gangen groeven om de ‘bovengrondsen’ te pesten maar dat ze dat deden als bodemverbeteraar. Een gezonde bodem is immers de bodem onder het bestaan van elk mens. Als factchecker besloot hij bovengronds te onderzoeken hoe de vlag erbij hing.

Zijn familie en leerlingen zwaaiden hem uit. Bovengronds gearriveerd moest Monter eerst verzinnen hoe hij de weg kon vinden met zijn kleine oogjes. Onder de grond was het altijd donker, daar vond hij de weg via zijn snorharen. Het leek hem verstandig om bij de bovengrondsen te kunnen zien, zodat hij de situatie goed in zich kon opnemen. Gelukkig wilde goede vriend Kraaltje de kraai die al jaren bij het rietfilter woonde wel op zoek naar een brilletje. En naar de bewuste krant! Kraaltje had beide een paar uur later van het terras van Herberg Sellingen gebietst. Monter duwde zijn bril stevig op zijn neus en ging er eens goed voor zitten. Een dikke traan liep over zijn wangen… Het was waar, dit dachten de bovengrondsen echt! En hij wist dat ze zwaar geschut konden inzetten om van mollen af te komen. Zo was hij in zijn lange mollenleven al heel wat argeloze familieleden verloren.

Monter dacht na over wat hij in de krant las: als de bovengrondsen inderdaad zo negatief dachten over de ondergrondsen, moest hij iets verzinnen om ze van gedachten te doen veranderen. Ze ervan overtuigen dat de molletjes die bulten maakten met een veel hoger doel: de bodem gezond en luchtig graven met hun kleine pootjes zodat de bovengrondsen het mooiste, gezondste en lekkerste eten konden telen en de regen bijvoorbeeld na een flinke bui niet als een meer op het land bleef staan.

Monter bedacht dat hij het best hulp kon inschakelen van een dier die de bovengrondsen als ‘schattig’ of ‘aaibaar’ bestempelden. Die zouden ze vast eerder geloven dan een mol. Ook al had hij zo’n prachtige fluweelzachte vacht. Hij twijfelde of hij de hulp in zou roepen van de oogstrelende ijsvogels van de Westeresch. Of van de dassen die daar sinds kort weer woonden. Daar waren ze immers apetrots op in Westerwolde. De ijsvogels waren druk met hun jonkies die ze nog niet alleen konden laten. En de dassen hadden ook geen tijd: ze waren al hun tijd kwijt met inburgeringscursussen en integreren.

Ijsvogels voeren hun jonkies (op de Westeresch Veele) Foto Inge Snip

Fuzzy de eekhoorn als woordvoerder

Na lang wikken en weken besloot hij op zoek te gaan naar eekhoorn Fuzzy. Door een film, Ice age, waren eekhoorns enorm populair bij de bovengrondsen. Monter vroeg Fuzzy om zijn woordvoerder te zijn, zodat de bovengrondsen hun werkzaamheden weer op waarde zouden schatten. Fuzzy voelde zich overrompeld “Wie ik?” Maar Fuzzy snapte het belang voor het grote geheel en stemde toe. Alle dieren hadden immers baat bij het werk van de mollen. Als die de bodem niet luchtig hielden, hoe moest Fuzzy dan de jaarlijkse overvloed aan heerlijke eikels, kastanjes en beukennootjes hamsteren?

Fuzzy kwam met een geweldig idee. Omdat ieder dier op zijn eigen manier baat had bij het mollenwerk, stelde Fuzzy een bosberaad voor. Met vooral jonge dieren – het ging tenslotte om de toekomst van hún Westerwoldse bodem, de basis onder hun toekomstige bestaan. Zo geschiedde. Monter vertelde zijn verhaal aan jonge konijnen, dassen, hazen, fazanten, uilen, kraaien, egels, eksters en iedereen die het maar horen wilde. Een hele middag duurde het beraad. Toen waren ze eruit: Fuzzy zou de bovengrondsen vertellen hoe het werkelijk zat en ze een lekkere beloning in het voorzicht stellen.

Hij ging in gesprek, legde uit dat het werk van de mollen onmisbaar was. Dat het voedsel van de bovengrondsen in een luchtige bodem veel beter gedijt, veel meer voedingsstoffen op kan nemen en veel veerkrachtiger is door de hogere biodiversiteit van alle beestjes in de bodem. En dat dat nu juist de gezondheid en het welzijn van de bovengrondsen positief beïnvloed. De bovengrondsen waren beduusd en blij dat ze deze kant van het mollenwerk begrepen. Hadden ze nooit zo over nagedacht. Fuzzy wist dat Westerwolders gek waren op lekker eten en gezellige feestjes en stelde voor om een wedstrijd uit te schrijven. De boeren en burgers met de meeste mollenbulten per vierkante meter zouden een ‘boergondisch’ buffet winnen. Dat leek de Westerwolders wel wat. Het zou bovendien een leuke samenwerking worden tussen boeren en inwoners.

Gerustgesteld keerde Monter terug naar de ondergrondse wereld, waar hij als een held werd ontvangen. De volgende dag was hij weer volop in de weer om de jonge mollen de finesses van het mollenvak bij te brengen.

Westerwolds mollenfeest

Bovengronds waren ze jaren later nog in hun nopjes, het was een ware sport in Westerwolde geworden om een goede mollen-gastheer te zijn. Ze telden zowel mollenbulten als regenwormen: prachtige bewijzen dat hun bodem vruchtbaar was. Dankzij het inspirerende betoog van Fuzzy zagen ze dat als hun meest kostbare bezit, daar kon geen welvaart tegenop.

Er ontstond nog een populaire sport: als er een mollenbult ontstond aan de rand van hun grasveld maakten ze die vlak en stonden versteld dat het prachtige losse aarde opleverde om zaden te laten ontkiemen. Het leverde ze prachtige bloemen en groenten op die plek.

En lieten ze een molshoop gewoon molshoop zijn, dan zagen ze dat het woningnood probleem van wilde bijen werd opgelost: wat een prachtige kraamkamers ontstonden er onder die molshopen. Het zoemde erop los in hun tuinen, akkers en weilanden. Ze genoten er op en top van door al die verschillende kleuren, geuren, prachtige planten, vogels en dieren. Ze zagen de biodiversiteit jaar na jaar toenemen.

De molshopen-en regenwormentelling werd een jaarlijks Cittaslow traditie in Westerwolde: op het erf van de winnaar werd de verkiezing feestelijk afgesloten met enorme tafels vol verse vruchten, groenten, stoofpotten, granen, kruiden en de prachtigste boeketten van wilde bloemen. Westerwolde trok die dag mensen van heinde en verre aan om te kijken hoe hier werd ‘omgedacht’ in het belang van de bodem. Iedereen kreeg als cadeautje wat zaden van waardplanten mee voor hun eigen molshopen en tuinen. Zo breidde het feest zich als een bodemvlek uit. Leve de mollen en hun noeste arbeid voor levende grond onder onze voeten.

De illustraties in de sprookje zijn gemaakt door Ellen Tierie/Sellingen

Over de auteur van dit artikel

Rineke is opgeleid als natuurgeneeskundig- en orthomoleculair therapeut. Ruim 15 jaar lang heeft ze mensen met chronische klachten begeleid in haar praktijk op het gebied van voeding en leefstijl. Inmiddels richt ze zich volledig op het inspireren van mensen om te kiezen voor onbewerkt, gezond, duurzaam en divers voedsel via haar boeken, lezingen, platforms, magazines en trainingen. Omdat het voor veel mensen moeilijk bleek om gezond eten in de praktijk te brengen, begon ze in 2011 boeken te schrijven. 

(H)eerlijke recepten plus uitgebreide achtergrondinformatie om je gezondheid positief te beïnvloeden, vormen in alles wat ze schrijft de rode draad. Het geld van haar bestsellers investeert ze grotendeels in hun biodiversiteitsproject Heerlijk Westerwolds Land. Door een boek te kopen of cadeau te geven ondersteun je niet alleen haar gedachtengoed maar maak je het ook mogelijk dat Rineke volledig onafhankelijk van subsidies, adverteerders of financiers haar jarenlange kennis gratis kan blijven delen.