Eet het jaar rond van eigen grond

21 mei 2023

Stel je eens voor,

dat jij kunt ervoor kunt kiezen dat het voedsel op jouw bord voor een groot deel bestaat uit lokale, gezonde, heerlijke ingrediënten uit de regeneratieve landbouw. Jij hebt weer geleerd deze om te toveren tot prachtige, voedzame maaltijden. Of tot gezond en betaalbaar eindproduct. Je gaat fluitend de keuken in om het te verwerken tot eindproduct of tot maaltijd te bereiden. Maar ook fluitend op pad om je eten op te scharrelen: om de hand te schudden die jou voedt. Om de passie en liefde van de boeren en telers met eigen ogen te zien en te proeven. En je spelenderwijs weer te verbinden met je leefomgeving, prachtige (voedsel)landschappen, het eten volgens de seizoenen. Wij zijn dit allemaal, sinds de industrialisering van zowel de landbouw als ons voedsel steeds meer kwijtgeraakt. Maar door alle crises, is het urgenter dan ooit dat we dit weer terugbrengen.

Hoe het anders kan:

Stel je een voor dat er door heel Nederland een mozaïek patroon zou liggen van akkertjes, zo tussen de 2,5 en 5 hectare, waar zoveel mogelijk robuuste, diverse gewassen worden geteeld. 'Groene hotspots' waar gezondheid per hectare voor alles wat leeft de prioriteit heeft. In de huidige landbouw zouden we deze akkertjes ‘postzegels’ noemen. In heel veel andere opzichten kunnen we ze als groots bestempelen: wat betreft hun grote diversiteit aan gewassen, hun gedachtegang over handwerk en kleinschalige mechanisatie, hun unieke bestaansmodel, hun potentie om veel meer jonge boeren (m,v,x) zonder land of veel geld in te laten stromen, hun sociale karakter en niet te vergeten hun potentie als educatie plek: waar iedere boer, teler, ondernemer, kok, arts/therapeut of consument weer kan leren hoe (h)eerlijk eten van Nederlandse bodem ‘het nieuwe normaal’ op ons bord kan worden. Maar ook hoe we dit voedsel weer op een gezonde/authentieke manier kunnen verwerken & houdbaar maken. 

Help je een handje om dit prachtige plan te realiseren? Dan kunnen wij onze blauwdruk gaan uitrollen over Nederland.

Het jaarrond van eigen grond

Waarom eten we niet veel meer van eigen bodem? Het blijft lastig uit te leggen dat Nederland zoveel voedsel verbouwd maar dat zo'n 80% ervan wordt geëxporteerd. Om vervolgens het voedsel op ons etensbord voor het zelfde percentage weer te importeren. Een gemiste kans, voor onder andere onze boeren, de biodiversiteit en onze gezondheid. Hoewel er al heel veel prachtige initiatieven zijn (denk aan Herenboeren, Caring Farmers, CSA Netwerk Nederland, BuurtwinkelLenteland, Land van ons etc.) zou het mooi zijn als er nog meer boeren, producenten en consumenten kunnen profiteren van duurzaam, gezond en écht eten van eigen bodem, het hele jaar rond. Dit kan als we ‘groene verwerkings hotspots’ gaan opstarten. Dat kunnen nieuwe 'small farms' zijn, bestaande CSA's, maar ook kleine boeren/telers in dunbevolkte gebieden. Alle overvloeden aan voedsel zoals groente, fruit, kruiden, eieren en/of vlees kunnen daar weer op een oorspronkelijke/authentieke & gezonde manier worden verwerkt en geconserveerd. 

Agroforestry op Heerlijk Westerwolds Land

9 voordelen als we de korte voedselketen kleinschalig opschalen en versterken.

  1. Klimaat, C02-, voedselkilometers, bodemuitputting zijn grote issues. Door veel meer van eigen bodem te eten kunnen we het aantal voedselkilometers (gemiddeld 30.000 per maaltijd) drastisch verminderen en kinderlijk eenvoudig iets doen aan CO-2 vermindering. 
  2. Het blijft bijzonder om te zien dat ons supermarkt eten afkomstig is van een handjevol grote bedrijven wereldwijd. Zij bepalen dus eigenlijk welke “monoculturen” jij op je bord krijgt (soja, mais, tarwe, zuivel, vlees zijn de ‘Big Five’ op ons bord, aangevuld met 99 suikerklontjes per week), maar ook wat de economische waarde van ons eten is: en dus wat de boer of teler ervoor krijgt. Monoculturen op het land zijn niet alleen nadelig voor de biodiversiteit van de natuur en het milieu (en daarmee onze voedselzekerheid) maar ook voor de diversiteit op ons eigen bord en daarmee voor onze eigen gezondheid. Duurzaam voedsel op eigen bodem verbouwen en dat ook opeten betekent per definitie meer variatie in landbouwgewassen en mee-eten met het seizoen.
  3. Deze grote diversiteit aan gewassen is bovendien gunstig als risicospreiding voor de boer/teler. Door veel verschillende gewassen te verbouwen, al dan niet in combinatie met wat dieren, zijn er altijd inkomsten. Ook kunnen op deze kleine akkers allerlei gewassen/teelten worden uitgeprobeerd (met het oog op klimaatadaptatie) zonder dat daar grote financiële risico’s aan kleven.
  4. Voedsel van dichtbij komt verser en natuurlijk ‘afgerijpt’ op ons bord en bevat daardoor meer vitale stoffen, zoals essentiële suikers en beschermende antioxidanten. Bovendien geven kortere transporttijden meer zekerheid als het gaat om voedselveiligheid.
  5. Door alle geopolitieke ontwikkelingen en bedreigingen van de laatste jaren is inzetten op voedsel van eigen bodem ook inzetten op voedselzekerheid. Het geeft kleine boeren bovendien meer autonomie en de mogelijkheid om buiten de grote afnemers (die de prijs dicteren) een eerlijke prijs voor hun product te ontvangen. Een eerlijke prijs betekent dat de kleine boer rentmeester kan zijn over zijn grond en weer ‘met de natuur mee’ kan verbouwen. Of dieren kan houden.
  6. Voedselongelijkheid, inkomensongelijkheid en gezondheidsongelijkheid gaan steeds vaker hand in hand. Als de korte keten een totaalaanbod kan leveren van vers- & droogwaren, kan dit voedsel ook via kantines van bedrijven, scholen, instellingen etc. worden aangeboden zodat veel meer mensen tenminste één wezenlijke/voedzame maaltijd per dag te eten krijgen. Met veel minder tussenschakels in de keten en minder monopolyposities van inkopende organisaties, maken we bovendien gezond voedsel eerlijker beschikbaar voor elke portemonnee.
  7. Betrokkenheid bij voedsel geeft verbinding en zingeving. Welvaart en het ervaren van een zinvol bestaan lijken steeds verder uit elkaar te drijven. Eten weer ‘een sociaal gezicht’ en ‘een verhaal’ geven lijkt belangrijker dan ooit. Lokaal voedsel is een belangrijke pijler om de verbinding tussen boer/teler en consument te herstellen. Maar ook de verbinding tussen voedsel en onszelf. En de relatie voedsel en onze gemeenschapszin. Zie ook dit prachtige verhaal “Gemeenschap als ons beste medicijn” van Raymundo Resink in het New Financial Magazine.
  8. Omdat inmiddels gemiddeld 70% van het voedsel in de supermarkten bewerkt is, afkomstig is uit de voedingsmiddelenindustrie, is de voedingswaarde (en daarmee de gezondheidswaarde voor de consument) steeds meer in het geding.
  9. Door zelf de lokale voedselproductie weer op te starten kan elke consument kiezen voor voedzaam, zo onbewerkt mogelijk, duurzaam, volwaardig en ongeraffineerd voedsel. Voedsel waarmee we onze lichamelijke en geestelijke gezondheid een dienst kunnen bewijzen. Dat is voedsel dat zo vers, onbewerkt, divers en duurzaam mogelijk is. Voedsel dat onze overgrootouders ook nog zouden herkennen als voedsel. Het komt primair uit een gezonde bodem en een gezonde omgeving. En de verwerking is authentiek/oorspronkelijk zonder ‘geknutsel’ of raffinage. Door voedsel te telen op een gezonde bodem, deze direct te eten of eerlijk te verwerken wordt er een zeer stabiele basis gelegd voor onze gezondheid. Kleinschalige duurzame landbouw kan zo weer de spil worden van onze duurzame gezondheid en ons welzijn.

Rineke's persoonlijke drijfveren voor dit plan. Met ruim 20 jaar ervaring als voedingsdeskundige vind ik het nog steeds lastig dat wij:

  • Onbewust, onbedoeld en ongewild gemiddeld 9 x (3 kilo)iets in onze mond stoppen wat noch onze gezondheid noch die van de aarde dient. En dan zeg ik het best netjes.
  • Door de vergaande industrialisering nog maar uit 6 hoofdvoedingsmiddelen eten: tarwe, mais, soja, vlees, zuivel, aangevuld met zo’n 99 suikerklontjes per week.
  • Ruim 70% van ons voedsel in de bewerkte vorm, uit de fabriek eten. (UPF ofwel Ultra Processed Food genoemd) Dit leidt tot een groot verlies aan voedingswaarde.
  • Nog steeds 35% weggooien van alle voedsel dat er geproduceerd wordt, dat er zo’n 1000 calorieën pp/per dag geproduceerd wordt dan we nodig zijn. Toch hebben bijna 1 miljard mensen honger. En wordt gezond eten steeds meer een voorrecht voor mensen met een goedgevulde portemonnee. Als we weer voedseloverschotten leren verwerken komt gezond voedsel voor ieders portemonnee weer binnen het bereik.
  • Nog steeds zo eten dat een gemiddelde maaltijd op ons bord zo’n 30.000 km aflegt. Ruim 75% van ons voedsel wordt geïmporteerd wordtDeze punten vormen een aanslag op de biodiversiteit. En daarmee een aanslag op onze veerkracht, gezondheid en vitaliteit en die van de aarde. De snelste manier om heel veel van deze zaken tegelijk aan te pakken is duurzaam eten van eigen bodem. Dat is waarom ik dit bestaansmodel voor kleine boeren en telers bedacht.

Zouden we de overvloeden verwerken dan zouden we én veel minder verspilling hebben, (denk aan valfruit voor fruitleer of overtollige groentes waar groentecrackers van gemaakt worden) én er gezond voedsel van kunnen maken. Dat is heel goed mogelijk als we iedereen die dat wil weer gezondheids-, kook-, verwerkings-, conserverings en natuurvaardigheden aanleren. En dat is wat wij proberen te doen met al onze trainingen op het land.

Wij zien minimaal 7 voordelen van deze 'groene verwerkings hotspots'

  1. Er kunnen veel meer jonge boeren het vak instromen, met veel lagere financiële lasten/investeringen en een gezond basisinkomen. Het zijn immers kleine akkers/minder hectares met een hoog rendement dat voor een groot deel kan worden behaald door directe levering aan de consument. Ook zijn er neveninkomsten in de vorm van het geven van trainingen en cursussen, lage mechanisatiekosten en deze kleine akkers worden idealiter overgedragen aan Community Land Trusts*. Niet winst/speculatie maar biodiversiteit, verbinding met ons voedsel en ecosysteemdiensten van grond zijn leidend bij dit gemeenschapsgebaseerd eigendomsmodel. Mogelijk zijn er zelfs natuurorganisaties en particulieren met kleine percelen die een paar hectare grond op deze wijze een toegevoegde waarde willen geven en willen overdragen aan Community Land Trusts*.
  2. We kunnen op deze manier het jaar rond divers eten van eigen grond, de eindproducten zijn immers houdbaar gemaakt. Omdat deze ‘postzegelakkers’ bedoeld zijn om de eigen bevolking van een gezond, voedzaam en divers eetpatroon te voorzien wordt ook om die reden een grote diversiteit aan gewassen verbouwd. (bij voorkeur conform de principes van het Planetary Health Diet dat rekening houdt met de draagkracht van de aarde in relatie tot onze eigen gezondheid. Hierin wordt de hoeveelheid dierlijk eiwit drastisch verlaagd maar zeker niet uitgebannen). Diversiteit op ons bord is misschien wel de belangrijkste pijler waarmee we onze gezondheid, maar ook die van de aarde, kunnen beïnvloeden. Door ons voedsel deels weer in eigen hand te nemen krijgen wij de zo broodnodige variatie op ons bord.
  3. Door weer met eten in al zijn facetten aan de slag te gaan (opscharrelen, helpen bij de teelt/oogst/verwerking/bereiding doen we allemaal spelenderwijs weer voedsel-, gezondheids- en kookvaardigheden op. De ‘verwerkingstrainingen’ op deze 'groene hotspots' zijn een fantastische manier om ons deze kennis weer eigen te maken. 
  4. Verwerking tot houdbaar eindproduct is een perfecte manier om de 35 procent voedselverspilling tegen te gaan waar we nog steeds mee te kampen hebben. Omdat de verwerking tot eindproduct grotendeels op locatie plaatsvindt kan de kwaliteit bovendien optimaal gewaarborgd worden.
  5. Volop kansen voor de lokale economie/de leefbaarheid van het platteland. En meer werkgelegenheid vanwege de, deels handmatige, oogst en verwerking van lokaal voedsel. Ooit was de voedselverwerking en bereiding een ambacht: voedsel werd zo bewaard/geconserveerd en tot eindproduct verwerkt dat mensen het hele jaar van eigen grond konden eten. Die tijd is voorbij. Hoogste tijd om deze gezonde, oorspronkelijke verwerking het nieuwe normaal te laten worden en over te dragen op komende generaties. Wellicht kunnen er zelfs weer opleidingen voor jongeren ontstaan waarin ze het ambacht leren.
  6. Er zijn nu veel kleine boeren/telers die qua grootte (in hectares) of qua ligging (te ver van steden) niet geschikt zijn om rechtstreeks aan de consument te leveren. Door dit plan kunnen zij wél meedoen. En kunnen meer jonge boeren in hun eigen gebied aan de slag. Het ‘ommeland gaat de stad weer voorzien'. Dit zal voor veel projecten in bijvoorbeeld de grensregio’s of dunbevolkte gebieden van Nederland een perfecte uitkomst zijn.
  7. Voor de al bestaande CSA’s kan dit plan een uitbreiding van hun assortiment van Nederlandse bodem betekenen. Naast de versproducten uit het seizoen kunnen ze hun klanten ook de 'basics in onze keukenkastjes' leveren door hun overvloeden te verwerken. Deze komen nu heel vaak nog uit het buitenland (denk aan pasta, meel, granen, bonen, pesto's, soepen)

Community Land Trusts

Deze kleine akkers, waar volop geïnvesteerd wordt in biodiversiteit en waar het aspect ‘herverbinding met voedsel’ een belangrijke drijfveer is, worden idealiter overgedragen aan Community Land Trusts, een gemeenschapsgebaseerd eigendomsmodel van grond. Zo wordt niet alleen de draagkracht groter (de grond is dan immers van ons allen), de toekomst van deze kostbare pareltjes wordt zo door ‘duurzaam rentmeesterschap’ veiliggesteld: de grond blijft in gebruik voor sociale en ecologische doeleinden. Ook als de boer/ondernemer wordt opgevolgd door een ander. De ondernemer/boer hoeft op deze manier bovendien geen torenhoge pachtprijs voor de grond te betalen. Niet winst/speculatie maar biodiversiteit, langdurig toegang tot grond voor agroecologische boeren, verbinding met ons voedsel en sociaal ecologische waarden van grond zijn immers leidend bij dit eigendomsmodel. Mogelijk zijn er zelfs natuurorganisaties en particulieren met kleine percelen die een paar hectare grond op deze wijze een toegevoegde waarde willen geven en willen overdragen aan Community Land Trusts.

CONCREET:

  1. Hoe kan de oogst verwerkt worden? Granen, peulvruchten en oliehoudende zaden zullen logischerwijs voor het drogen, schonen en eventueel malen en verpakken naar een lokaal bedrijf verzonden moeten worden. Maar groenten, fruit, kruiden, oliehoudende zaden en deels de peulvruchten kunnen ter plekke verwerkt worden door ze bijvoorbeeld te drogen, te fermenteren of in te maken. Dit zal gerealiseerd worden via ‘mobiele verwerkingsunits’ die door een aantal boeren/telers/voedselbossen in een gebied gebruikt gaan worden.
  2. Trainingen om de oogst te verwerken tot gezond eindproduct. Door op de kleine ‘groene hotspots’ trainingen, workshops oogstdagen en cursussen aan te (laten) bieden kan een deel van de oogst direct verwerkt worden. Educatie (laten) geven door professionals (denk aan inmaken, wecken, drogen, fermenteren) is dan ook direct één van de inkomstenbronnen van de boer/teler. Via nieuwsbrieven en ons platform MOOI eten uit de lokale keten kunnen wij deze trainingen onder de aandacht brengen.
  3. Kleinschalige mechanisatie voor nieuwe 'small farms'. Voor bestaande 'groene hotspots' (CSA's, Herenboeren etc) is de mechanisatie natuurlijk geregeld. Maar voor nieuwe 'small farms' op weinig hectares moet dit allemaal nog geregeld worden. Daarvoor moet er kleinschalige mechanisatie komen. Bij ons op Heerlijk Westerwolds Land wordt er hard gewerkt aan de ontwikkeling van een prototype elektrische werktuigdrager. Op smalle stroken worden zeer diverse hoeveelheden gewassen geteeld. Denk aan allerlei granen, peulvruchten, groenten, fruit en kruiden. Dit vereist een totaal andere manier van mechanisatie: kleinschalige elektrische mechanisatie met één basismachine moet ervoor zorgen dat deze grote variëteit aan gewassen gezaaid, gewied en geoogst kan worden. Een deel van de oogst zal in dit model overigens altijd handmatig plaatsvinden. 

De industriële manier van voedselbewerking heeft de oorspronkelijke/ambachtelijke verloren laten gaan, met veel gevolgen voor onze gezondheid. De kennis over een gezonde voedselverwerking kan op een gedegen manier terugkeren, niet alleen om gezondheidsredenen maar ook om de voedselveiligheid niet in gevaar te brengen. Achter de schermen zijn wij druk bezig om extra trainers te zoeken, zodat overal in Nederland voedselverwerkingstrainingen opgezet kunnen worden.

Uiteraard zijn bovenstaande punten volledig door ons uitgewerkt tot kant-en-klaar plan.

De pilot Heerlijk Westerwolds Land is van start gegaan

Wij zijn in elk geval van start gegaan met de blauwdruk van dit plan, op Heerlijk Westerwolds Land. Zie mijn blog "Reis je een stukje met me mee? Ik ga op voedselsafari'

Via mijn nieuwsbrieven zal ik alle data van evenementen, trainingen, workshops, doe-midweken, excursies, oogstdagen etc. die we houden communiceren. Wie weet zien we je een keer op ons land

We zijn ook Rust punt, dus kom gerust eens langs als je in Westerwolde bent.

Zodra onze blauwdruk staat, er voldoende trainers gevonden en opgeleid zijn* en de verwerkingsunits een feit zijn kunnen de verwerkingstrainingen ook op andere 'groene hotspots' aangeboden worden.

* Heb jij die ambitie, kennis & vaardigheden? Stuur ons dan een mailtje!

Wil je ons helpen?

WIL JE ONS HELPEN?

Wat we nodig hebben om dit plan verder uit te bouwen naar veel meer locaties in Nederland:

  1. Financiën voor de realisatie van één of twee (mobiele) prototypes werktuigdragers.
  2. Financiën om de mobiele verwerkingsunit te bouwen.

Doneren kan via deze link, al vanaf € 2,50. We kunnen van start met de bouw van het prototype werktuigdrager en het prototype mobiele keuken/verwerkingsunit. als we voldoende donaties hebben. Misschien vraag je je af What’s in it for me? Nou, je wordt een van de grondleggers die bijdraagt aan het ‘nieuwe normaal’ in Nederland. Je wordt deelgenoot aan het verhaal en de realisatie ervan. Uit trots dat je eraan bijgedragen hebt, ga je dit verhaal verder vertellen aan jouw eettafel of in jouw bedrijfskantine. En wie weet, komt er dan op termijn ook een ‘verwerkings CSA’ in jouw omgeving.

Je kunt ons op Heerlijk Westerwolds Land ook helpen door een van onze boeken te kopen. Met de winst van de boeken hebben we het land kunnen kopen en bouwen we elk jaar verder aan meer bioidversiteit.

De mensen achter dit plan

Jan Dommerholt heeft ruim dertig jaar bij Staatsbosbeheer gewerkt als boswachter en mechanisatie adviseur. In de laatste functie bestond zijn werk uit het toepassen van techniek bij bos- en natuurbeheer. Elk gebied en elke grondsoort vergen andere kwaliteiten van machines, banden en techniek. Samen met een ervaren boer/loonwerker heeft hij het prototype ontwikkeld.

Rineke Dijkinga is twintig jaar werkzaam als orthomoleculair voedingsdeskundige. De laatste tien jaar heeft zij zich intensief bemoeid met de korte duurzame voedselketen, als auteur, producent, productontwikkelaar, begeleider van nieuwe productlijnen, trainer en storyteller. Voor dit laatste aspect richtte zij het non-profit platform ‘MOOI eten uit de lokale keten’ op. Hierop worden de verhalen van kleinschalige boeren en projecten verteld.