Niet wat we eten, maar wat we verteren komt ons ten goede.
De taken van je alvleesklier
Hoe klein ie ook is, wat regelt onze alvleesklier (pancreas) veel als het om onze vitaliteit, hormonale gezondheid en spijsvertering gaat. Zelfs een verstoorde aanmaak van ‘feelgood’ stoffen als dopamine, serotonine etc. kan een link hebben met een verstoring van onze pancreas. De alvleesklier heeft twee functies:
- Het maakt de hormonen insuline en glucagon aan, die voor een gelijkmatige bloedsuikerspiegel zorgen.
- Het maakt spijsverteringssappen aan, tot wel meer dan 1 liter per dag. Alles wat we eten moet in onze spijsvertering tot bruikbare/kleine stukjes worden afgebroken en door de spijsverteringsenzymen uit de alvleesklier worden verteerd, zodat voeding werkelijk kan worden opgenomen in ons lichaam en in energie kan worden omgezet.
Diabetes, metabool syndroom, ontstekingen en kanker van de alvleesklier zijn de bekendste ziektes die met het niet goed functioneren van dit orgaan te maken hebben. En ook hypoglykemie is een teken dat de alvleesklier zijn taken niet naar behoren kan uitoefenen. In het artikel over de Mediterrane keuken heb je al heel wat kunnen lezen waarom deze keuken -althans in zijn traditionele vorm, waarin snelle koolhydraten als witte pasta en witbrood GEEN prominente rol spelen- onze alvleesklier te vriend houdt.
De spijsverteringsfunctie van de alvleesklier uitgelicht
In dit artikel, dat geen enkele pretentie heeft compleet te zijn, daar is het onderwerp te veelomvattend voor, wil ik vooral ingaan op de andere functies van de alvleesklier, waaronder de aanmaak van spijsverteringsenzymen. Deze blijft vaak wat onderbelicht omdat verstoringen in de bloedsuikerspiegel veel prominenter en beter aantoonbaar zijn. Op dit moment krijgen immers zo’n 1200 Nederlanders per week de diagnose diabetes 2. Maar… als de insulinefunctie verstoord raakt, raakt bijna automatisch ook de spijsverteringsfunctie verstoord. Het gaat immers om hetzelfde orgaan! En dan kun je nog zo gezond eten maar ‘niet wat we eten, maar wat we verteren komt ons ten goede’. Een eeuwenoud citaat van vroegere geneesheren. Als koolhydraten, vetten en eiwitten niet goed worden afgebroken door de enzymen, dan worden eiwitten bijvoorbeeld niet goed afgebroken in aminozuren. Als deze er onvoldoende zijn, kan o.a. de aanmaak van neurotransmitters als serotonine, dopamine , melatonine en GABA in het gedrang komen. Met flinke consequenties voor alles wat ze regelen: lekker in ons vel zitten, evenwichtig en stressbestendig zijn, aandacht, geheugen, concentratie, een gezonde slaap etc.
Wat ook belangrijk is om te weten: als er onvoldoende aanmaak is van pancreasenzymen en natriumbicarbonaat, kunnen er gemakkelijk allerlei tekorten ontstaan aan vitamines en mineralen. Zelfs als deze wel in je voeding zitten! Deze kunnen namelijk alleen worden opgenomen als de condities in het spijsverteringskanaal optimaal zijn, bijvoorbeeld een adequate hoeveelheid natriumbicarbonaat die het zure voedsel uit de maag weer moet neutraliseren. Het is eigenlijk een soort fabriekje, onze spijsvertering. Waar elk radertje op het juiste moment zijn klus moet klaren.
Een paar typische symptomen die erop kunnen duiden dat je alvleesklier niet optimaal functioneert. Let op: ook maag, lever, gal en darmbacteriën/darmslijmvliezen kunnen hieraan net zo goed debet zijn.
- Gisting na het eten van koolhydraten
- Winden (rottende geur) na het eten van eiwitten
- Vettige/plakkerige/schuimende/drijvende ontlasting. Let op: als vetten niet goed verteerd worden, worden ook de vetoplosbare vitamines A,D, E en K niet goed opgenomen zodat er tekorten kunnen ontstaan
- Lichtgekleurde/ontkleurde ontlasting
- Veel onverteerde voedselresten in je ontlasting
- Voedingstekorten van stoffen die je wel eet of suppleert (niet alleen de vetoplosbare vitamines maar ook B vitamines, calcium, zink, magnesium etc) kunnen het logische gevolg zijn van een uitputting van dit deel van de alvleesklier. Niet zo vreemd: als voedsel niet keurig ‘in stukjes wordt geknipt’, kunnen de betreffende voedingsstoffen ook niet worden opgenomen vanuit onze darm.
Natuurartsen en therapeuten die zijn opgeleid op het gebied van vitamine/mineralen- en ontlastingsonderzoek kunnen zeer eenvoudig via je ontlasting testen of de spijsverteringsfunctie van de alvleesklier wel of niet naar behoren werkt. Als voeding en leefstijl geen verbetering geven kun je bijvoorbeeld via deze site een arts/therapeut vinden die je hierbij kan helpen.
12 praktische tips om je alvleesklier te ondersteunen
In al mijn boeken is het ‘te vriend houden’ van je alvleesklier topprioriteit:
1. Geen witte/geraffineerde granen (bloem) en suikers en met mate granen die laag glycemisch en ongeraffineerd zijn en volop vezels, bevatten. Eet met mate granen met gluten (ook als je denkt dat je er geen last van hebt). Het grote probleem van ons gemiddelde Westerse eetpatroon is: het is rijk aan allemaal voedingsmiddelen die gepaard gaan met de aanmaak van insuline en/of IGF1 (veel mensen weten niet dat zuivel ook een grote rol kan spelen wat betreft overbelasting van de alvleesklier: melk van zoogdieren bevat namelijk IGF-1. Een chronisch hoog IGF-1 gehalte wordt ook in verband gebracht met schade aan de Beta cellen van de alvleesklier en daarmee een hoger risico op diabetes en uiteindelijk dus ook schade aan het spijsverteringsdeel van de pancreas.(2) Lees het uitgebreide verhaal in mijn Weetje ‘Melk’.
2. Mijd industriële fructose (HFCS, glucose/fructose) en industriële vetten. Transvetten kunnen feitelijk niet eens door onze enzymen worden afgebroken. Bovendien eet je op deze manier geen gezonde vetten die zo belangrijk zijn voor je totale spijsvertering.
3. Beweeg elke dag. Om onze bloedsuikerspiegel in evenwicht te houden moeten we spiermassa hebben.
4. De aanmaak van een adequate hoeveelheid insuline is o.a. afhankelijk van voldoende zink, chroom, mangaan, magnesium, selenium en B vitamines. Als onze alvleesklier constant ‘overuren’ moet maken door een eetpatroon met veel snelle koolhydraten (en vervolgens weer glucagon) dan krijgen we gemakkelijk een tekort aan deze stoffen. Met als gevolg een bloedsuikerspiegel die steeds verder uit balans raakt omdat zonder deze stoffen de aanmaak van insuline gaat haperen. Zie ook bijlage K in mijn boek: Alles draait om je Hormonen
5. De basis van je eten zou basisch moeten zijn: zorg dat 75-80% van je voedsel uit groente, fruit, kruiden, kiemen, basisch water, kruidenthee, noten, zaden etc. bestaat. Waarom?
- Enzymen die ons eten moeten verteren, functioneren alleen bij een optimale PH is ons lichaam.
- Natrium bicarbonaat, wat o.a. door onze alvleesklier aangemaakt wordt om het zure voedsel dat uit onze maag komt te neutraliseren, kan alleen dan adequaat worden ingezet voor onze spijsvertering. Zie ook de uitgebreide informatie in: Op weg naar meer energie.
6. Als je natrium bicarbonaat puur gebruikt (zuiveringszout) doe dat dan nooit vlak voor de maaltijd. Anders neutraliseert het je maagzuur en dat is uiteraard niet de bedoeling. Doe je natriumbicarbonaat door bijvoorbeeld je brood of door je pannenkoekenbeslag, dan is dit zo weinig dat het geen effect heeft op je maagzuur. Ga nooit op eigen houtje grote hoeveelheden natriumbicarbonaat gebruiken. Maximaal een halve theelepel per dag, is het advies. Door teveel natrium bicarbonaat kun je, net als bij een tekort overigens, het hele zuur/base evenwicht in je lichaam uit balans brengen.
7. Zorg dat rauw, onbewerkt voedsel een flink aandeel heeft in je eten: noten, zaden, kruiden, salades, kiemen etc. Als je zuivel eet, neem dan rauwe biologische zuivel die nog alle enzymen bevat om het ook te kunnen verteren. Rauw, onverhit voedsel levert je niet alleen veel meer B-vitamines, het zorgt ook voor de broodnodige enzymen om je eten te kunnen verteren. Zo help je je alvleesklier ook een handje.
8. Als eiwitten zwaar vallen eet dan een stukje papaja, ananas (vers, met hart) of kiwi na de maaltijd. Deze bevatten eiwitsplitsende enzymen.
9. Zorg voor ruim voldoende beschermende stoffen (salvestrolen/polyfenolen) in je voeding. Vooral de mediterrane keuken is er zeer rijk aan: olijven, olijfolie, rode en paarse bessen/druiven/vruchten, peterselie, tijm, selderij, rozemarijn, basilicum, groene thee, citrusvruchten, knoflook, ui, prei, noten, zaden, koolsoorten, groene thee, cacao, appels, pijnboompitten, walnoten, paddenstoelen, en met mate volle granen als haver, gerst (vanwege de bèta glucanen) etc. Pancreatitis, een steeds vaker voorkomende ontsteking van de alvleesklier, lijkt verband te houden met een overmaat aan vrije radicalen ten opzichte van beschermende stoffen (1). Klik hier voor het uitgebreide weetje over deze, vaak superlekkere, beschermende stoffen.
Een aantal symptomen die kunnen duiden op een tekort aan deze beschermers:
- Snel bloedend tandvlees
- Snel blauwe plekken/kneuzingen (al bij geringe blessures)
- Blauwe plekken die maar langzaam weer verdwijnen
- Neusbloedingen zonder duidelijke oorzaak
- Vatbaarheid voor ontstekingen en infecties
Bijzonder om te zien dat veel van deze symptomen ook optreden bij een vitamine C tekort. Vitamine C bronnen zijn kennelijk niet alleen belangrijk vanwege het ascorbinezuur erin. De begeleidende beschermende stoffen zijn minstens zo belangrijk. Daarom kan een vitamine C supplement zeker ondersteuning bieden maar nooit het gebrek aan beschermende stoffen opheffen.
10. Weet dat er prachtige kruiden/specerijen zijn die je alvleesklier kunnen ondersteunen bij zijn taken: kaneel, paardenbloem, rozemarijn, chicorei, zwarte peper, kurkuma etc.
11. Gun je alvleesklier rust en probeer minder eetmomenten op een dag te realiseren. Dit geldt even zo goed voor sapjes, frisrank en alcohol. Eet/drink In elk geval minimaal 12 uur per etmaal niet! De makkelijkste manier om dit vol te houden is na je avondeten niet meer te eten/drinken (water kan wel) en minimaal 12 uur later te ontbijten. Dit kleine orgaantje maakt al meer dan een liter sappen per dag aan. Elke keer als je eet (of iets zoets drinkt) moet het in actie komen en insuline, spijsverteringssappen en natriumbicarbonaat ‘leveren’. Minder eetmomenten geeft je alvleesklier rust. En dat komt je hele vitaliteit ten goede.
12. Koester je darmen en je lever. Ook zij moeten een groot aandeel leveren in het optimaal verteren van voedingsstoffen. Je alvleesklier maakt bijvoorbeeld lipase om vet in bolletjes te ‘knippen’ maar voldoende gal is weer belangrijk om het nog in kleinere deeltjes te splitsen (zie ook alle lever en darmondersteunende recepten in mijn boek Weten van (h)eerlijk eten deel 2 en Alles draait om je Hormonen).