Onze liefde voor de Aarde is aanstekelijk.
Ik schreef dit sprookje voor www.lieveaarde.nl ter ere van Earth Day 2023.
Er was eens een jonge vrouw, ze woonde in een prachtige land. Zondagskind – zo werd ze al zo lang genoemd dat niemand haar echte naam nog wist – had lange goudkeurige lokken, stralende ogen zo blauw als een meer hoog in de bergen en een fluweelzachte glanzende huid. Van binnen was Zondagskind net zo mooi: voor iedereen die ze tegenkwam had ze een opbeurend, wijs of vriendelijk woord.
Zondagskind woonde in het dorpje Groeneweide, dat bekend stond als een plek waar niet zoveel gebeurde. Voor zondagskind voelde dat anders. In Groeneweide was juist heel veel te beleven – voor haar dan. Maar Zondagskind bekeek de wereld dan ook altijd door net een andere bril. Een van de dingen in het leven die haar bijna vleugels gaf was haar enorme neiging tot verliefdheid. Ze kon er niks aan doen: ze zag, hoorde, rook, proefde, voelde elke dag wel iets wat haar hart vervulde met blijdschap. Na een paar minuten voelde ze het dan opkomen……de vlinders in haar buik. Dat kon een gesprek zijn met een mooi mens, de geur van natte aarde na een zomerse regenbui, knoppen die op knappen stonden, dartelende lammetjes, meanderende beekjes met allerlei vissen en salamanders, of een heerlijke slok van dat heldere water. Ook een handje aarde waarin ze tientallen beestjes zag krioelen gaf haar een diep gevoel van genegenheid. Net zoals de regeneratiekracht van de bodem. Zondagskind besefte dat ze dankzij die bodem lekker en vitaal kon eten, en dat iedereen – mens, dier of plant – van deze bodem gebruik kon maken. Voor haar was het leven één grote aaneenschakeling van verwondering, bewondering en verliefde momenten.
Iedere dag nodigde Zondagskind mensen uit om met haar mee de natuur in te gaan, zodat zij deze verwondering, bewondering en verliefde momenten ook konden ervaren. Maar er waren niet zoveel gegadigden. De meeste dorpsgenoten vonden haar verwondering maar overdreven en irritant gedoe. Wat een extase voor iets wat zo normaal is. Ze begonnen haar zelfs te bespotten. Zo rooskleurig als Zondagskind het leven zag was het nu eenmaal niet. Waarom zag zij het dan wel zo? Of deed ze gewoon alsof? Of had Zondagskind makkelijk praten omdat zij niet zo hard hoefde te werken als zij? Omdat zij wel energie en tijd had om naar buiten te gaan, en niet moedeloos en murw werd van de dagelijkse beslommeringen?
Lees je verder hoe het afloopt? Dat kan via deze link