Voor velen een favoriete bezigheid: op vakantie gaan naar een mooie bestemming. Om daar aangekomen op scharrel te gaan naar eten. Heerlijk toch, om een bezoekje aan de lokale markt te brengen en allerlei lekkernijen te scoren bij ambachtelijke winkeliers, boerderijwinkels of stalletjes langs de weg. Oftewel, “Genieten met een grote G”, van het mooie kleinschalige landschap en het lekkere eten. Eenmaal terug van vakantie en weer in de waan van de dag is er vaak geen sprake meer van scharrelen. Jammer, want ik denk dat we, door ons voedsel bij elkaar te scharrelen en het zelf te bereiden, kunnen profiteren van heel wat voordelen. En niet alleen wij, ook de aarde, de bodem, de boer en de bij. Zullen we na de vakantie dat scharrelen vasthouden? Er een eeuwige liefde van maken in eigen land? Wie weet herinnert het je ook elke keer aan je vakantie.
Eenvoudige, grotendeels onderweg opgescharrelde maaltijd tijdens een vakantie fietstocht.
Terug van vakantie is boodschappen doen voor de meeste mensen gewoon weer de lastige tijdrover. Daarom kopen we steeds meer in de supermarkt. Zonder ons druk te maken over wat erin zit, waar het vandaan komt en of het voedt of vult. En zonder te beseffen wat onze aankoop voor effect heeft op dierenwelzijn, natuur en milieu. En zo raken we niet alleen steeds verder verwijderd van de natuur maar ook van onszelf en onze gezonheid.
Het blijft bijzonder om te zien dat ons supermarkteten afkomstig is van een handjevol grote bedrijven wereldwijd. Zij bepalen dus eigenlijk welke ‘monoculturen’ jij op je bord krijgt (soja, mais, tarwe, zuivel en vlees zijn de dagelijkse ‘Big Five’ op ons bord, aangevuld met 14 suikerklontjes per dag. Maar dat niet alleen, zij bepalen ook wat de economische waarde van ons eten is: en dus wat de boer of teler ervoor krijgt. Je wél bezighouden met eten, maar niet met het verhaal erachter, is volgens Wendell Berry (auteur, duurzame landbouwer en activist) de grootste absurditeit in ons leven. Lees hier zijn prachtige verhaal in de Groene Amsterdammer.
Verder is het op zijn zachtst gezegd bijzonder om te zien dat we voor miljarden euro’s per jaar exporteren van ons in Nederland verbouwde voedsel en het voedsel op ons bord voor miljarden weer importeren. Waarom eten we niet meer uit onze eigen omgeving? Van een boer, teler of producent uit de buurt? Of gewoon uit de natuur, uit onze eigen vensterbank, ons balkon of onze (mini)moestuin? Wat een vermindering van voedselkilometers zou dat betekenen! Alleen daardoor werken we direct aan een gezonder milieu. Meestal is dit ook een gezondere keuze voor onszelf en onze hormonen: Nederlandse groenten en granen bevatten bijvoorbeeld over de hele linie minder residuen dan groenten uit zuidelijke of niet-Europese landen. Zeker als je het koopt bij de kleinere, duurzame boeren en telers. Zie mijn artikel over Hormoonverstoring.
Op (fiets)vakantie kom je altijd de wereld aan stalletjes langs de weg tegen. En boederijwinkels. Leuke site om te kijken wat er aan eetbaars is op jouw route is de site “Fietsen voor mijn eten”.
Eten & welzijn
Los van bovenstaande is wat meer scharrelen een fantastisch idee voor ons eigen welzijn. Steeds meer komen we erachter dat ondanks onze hoge welvaart en geluk het leven toch flink leeg kan zijn zonder zingeving. Een gebrek aan zingeving kan ook leiden tot depressies en burn-out, aldus dit artikel.
Als ik mensen vraag waarom we eten is regelmatig het antwoord; “Omdat het zo lekker en gezellig is”. In welvarende landen is ‘lekker en gezellig’ inderdaad een prachtige ‘bijvangst’ van eten. Maar primair eten we natuurlijk om te overleven. Is het dan niet vreemd dat menigeen in het leven alle energie inzet op werk, geld, carrière, welvaart etc.? Ook dat doen we, met in ons achterhoofd, om te overleven. Maar dat wat overleven primair mogelijk maakt- gezonde lucht, gezond water en voedsel- nemen we feitelijk niet serieus. Of we zijn daar niet meer van op de hoogte. Menigeen is losgezongen van ons voedsel: we weten niet meer wat we eten, wie voor dat eten gezorgd heeft en of het onze gezondheid en ons overleven eigenlijk wel dient.
Toch denk ik – en ik hoor dat van heel veel mensen om mij heen – dat met eten bezig zijn veel mensen een stukje rust, creativiteit en zingeving geeft. Kijk eens of je de smaak te pakken krijgt. Probeer het in elk geval eens uit. Wellicht helpt het om boodschappen doen anders te ‘labelen’. Want op scharrel naar écht onbewerkt en duurzaam eten kan toch geen ‘jammer van de tijd’ zijn? Je bent met je eten bezig en dus met het leven van jezelf en hen die je lief zijn bezig.
Behalve dat ‘scharrelen’ een fantastische manier is om het hele jaar rond lekker, divers en kleurrijk te eten, is het ook een ideale manier om gezond eten betaalbaar te maken. Zie ook het interview met scharrelkoningin en bijstandsmoeder Lizette. Sla daarom in de zomermaanden direct je slag om de koude maanden van het jaar door te komen. Of je nu een tuin hebt of niet, iedereen kan in de zomer op scharrel gaan om voorraden te verzamelen voor de winter. Daarna ga je lekker met je verzameling de keuken in. Wie weet krijg je zo de smaak weer te pakken en houd je je vakantiegevoel levend. Zie verder in mijn artikel zomerse overvloed.
Ik sprak laatst een stel dat vier weken per jaar gezond, vers, opgescharreld eten at. Ze voelden zich altijd zienderogen opknappen. Daarna brak de drukte weer aan en gingen ze weer over tot de orde van de dag. En weg vitaliteit. Waarom ze dan niet altijd zo aten, vroeg ik hen? “Tijdgebrek, te druk met ons bedrijf”. Ik weet uit ervaring dat als je je keukenkastjes op orde hebt en aanvult met dat wat het seizoen biedt/je hebt opgescharreld, eten maken niet veel tijd hoeft te kosten. “Regeren is vooruitzien”, zei ik tegen hen. “Eten moet je toch, dus waarom stop je niet iets in je pan en mond wat wel écht eten is? In de tijd dat je je diepvriespizza uit de verpakking hebt gepeuterd en je oven hebt opgewarmd heb je ook iets vitaals op je bord. Beter voor jouw gezondheid en die van de aarde en alles wat leeft.” Ik stuurde hen de inleiding uit een van mijn boeken over hoe je je keukenkastjes ‘reorganiseert’ en ze gingen vol goede moed weer aan de slag. Prachtig!
Kleinschalige duurzame landbouw, prachtig landschap
Wat zou het bovendien fantastisch zijn als we ons eten voor een deel weer opscharrelen via een voedselsafari: scharrelen langs markten, pluktuinen, boerderijwinkels, op schone braakliggende stukken grond of seizoenaanbiedingen bij natuurwinkels. Bij of van boeren/telers die het beste voor hebben met Moeder Aarde. Door bij hen te kopen ondersteun je hen. Juist kleine regeneratieve boeren voeden overal op aarde een groot deel (circa 70%*) van de mensheid. Zie het prachtige boek van Vandana Shiva, Wie de wereld nu echt voedt.
Diezelfde regeneratieve boeren zorgen voor een prachtig landschap, gezonde bodems, biodiversiteit, schoon water, gifvrij voedsel etc. Eigenlijk voor het ideale landschap dat we zo graag zien als we op vakantie gaan. Of zoals Michiel Korthals het in zijn boek “Eetbare Natuur” zo treffend zegt: “Met mes en vork bepalen we ons landschap. Onze voedselkeuzes bepalen hoe ons landschap eruitziet”.
Een coulissenlandschap zoals we dat zo graag zien op vakantie. Door te kopen van duurzame kleine boeren die deze landschappen in ere houden of weer herstellen vergroten we niet alleen de biodiversiteit in de natuur/op het land maar ook op ons bord.
Zullen we helpen?
En last but nog least: het landbouwakkoord is geklapt. Dus nog steeds geen zekerheid voor de boer. En geen oplossing voor de natuur en het milieu. Maar ook niet voor onze gezondheid: 70% van onze ziekten heeft immers een duidelijke relatie met ons voedsel. De partijen die aan tafel zaten die wél stappen wilden zetten voor een gezondere bodem, meer dierenwelzijn, meer biodiversiteit en gezonder/gifvrij voedsel staan nu ook weer met lege handen, zonder regelgeving.
Of niet? Zullen wij het als kans zien en deze zomer benutten om grote stappen te zetten? De wetgeving voor de boeren kunnen wij niet maken. Maar we kunnen wel iets anders doen. Ik sprak kortgeleden een boerin met een zeer extensief zoogkoeienbedrijf, dicht bij een Natura 2000 gebied. Zij gaat wederom maanden van onzekerheid tegemoet. “Hoe kunnen wij als burger helpen?” vroeg ik haar. Haar antwoord “Wees loyaal, koop lokaal, direct bij de boer/teler die het het beste voorheeft met jou, zijn dieren/gewas en de aarde. Zorg dat die boeren en telers overleven door een stuk autonomie over de afzet van hun product. Zo kunnen zij biodiversiteit, gezondheid en welzijn op nummer één blijven zetten. Daar kan iedereen die eet aan meewerken. Je krijgt er bovendien nog een mooi verhaal over je eten voor terug en je werkt aan een leefbare wereld voor iedereen die na ons komt.”
Gezondheid = veerkracht
En zo is het. Laten we stoppen met anoniem eten. Gewoon “de hand schudden die je voedt.” (uitspraak Michael Pollan) En groot voordeel: als je op scharrel gaat in eigen land hoef je je niet te beperken tot de Big Five op je bord. Kleine, regeneratieve, duurzame boeren en telers hebben een diversiteit aan voedsel voor je in petto. En laat die diversiteit nou net het sleutelwoord voor gezondheid zijn. Gezondheid = veerkracht. Laten we het heft in handen nemen door de veerkracht te laten overleven. Maar hoe begin je?
In mijn optiek zijn dit perfecte manieren om te beginnen:
- Reorganiseer je keukenkastjes. Heb je geen van mijn boeken? Klik hier voor ‘Tips voor gezonde voorraad in je keukenkast’ uit mijn boek “Op weg naar meer energie.”
- Leer je eigen eten te maken. In mijn boeken lees je hoe simpel dit kan met wat het seizoen je biedt.
- Zie hoe gemakkelijk je in je eigen omgeving lokaal/duurzaam voedsel kunt kopen. Zie dit overzicht van lokaties door heel Nederland, van MaatschapWij. En kijk ook eens bij alle ‘mooie’ boeren en producenten die wij al in het zonnetje gezet hebben.
- Maak voorraadjes: van bijvoorbeeld gekookte graankorrels voor bij een curry, geblancheerde seizoengroenten voor een traybake (die je bewaart in een vacuum voorraadbox), een stapeltje pannenkoeken etc. Zo hoef je maar 1 x de keuken in en kun je altijd binnen 20 minuten aan tafel met heerlijk gezonde maaltijden.
- Schaf een paar mooie boeken aan over eten verwerken/conserveren, wildplukken en ga experimenteren. Zeker zal er eens iets mislukken, maar no problem. Zie ook dit prachtige verhaal van deze boerin. Meestal ontstaan er dan spontaan lekkere creaties en kun je met ‘misbaksels’ nog steeds iets doen. In mijn optiek kan iedereen een inspirerende start maken met deze boeken/website:
- Handboek voedsel drogen /Claudia Kuycken
- Tsukemono Peter van Berckel
- Bloemen met smaak / Anna Koster
- Welke eetbare wilde plant is dat?/ ANWB. Of nog veel simpeler en makkelijk mee te nemen voor onderweg: de mini gids Wildplukken van Tanja Hilgers
- Bij weckenonline.nl kun je echt van alles lezen over inmaken, wecken en drogen.
Veel inspiratie-, scharrel-, kook-, verwerkings- en eetplezier gewenst. Ik hoop dat je zomerscharrel een eeuwigdurende liefde wordt.