Op het Westbergveld, een van de mooiste en oudste plekken van Wageningen, ontmoet ik Marcel van Silfhout. Hier ligt zijn eerste GraanGeluk akker, die op het moment van de ontmoeting nog braak lag, klaar om ingezaaid te worden. Wie hem online volgt, weet al dat we hier te maken hebben met een markante persoonlijkheid die zijn uitgesproken mening niet onder stoelen of banken steekt. Maar bij Marcel blijft het niet bij praten, hij voegt ook de daad bij het woord en zet zich dag in dag uit met ziel en zaligheid in voor een agro-ecologisch systeem waarin de bodem, biodiversiteit, kleinschaligheid en liefde voor het ambacht en lokale producten centraal staan.
Na jarenlang als onderzoeksjournalist en Zembla-reporter te hebben gewerkt en vele misstanden in de landbouw en vleesindustrie aan de kaak te hebben gesteld – onder andere in zijn boek ‘Uitgebeend, hoe veilig is ons voedsel nog? – had Marcel het gevoel steeds maar weer dezelfde schandalen te recyclen. Marcel: “Toen dacht ik, ik kan beter zelf beginnen met systeemherstel.” Hij hing zijn carrière als journalist aan de wilgen en werd natuurboer.
Op zoek naar kindergeluk
Zijn nieuwe hoofdstuk startte in 2017 en het werd Marcels grote missie om inheemse streekgranen terug te brengen op de akkers met daartussen welig tierende zeldzame akkerkruiden zoals korenbloem, de kleine, ruige en grote klaproos, glad biggenkruid, akkerandoorn en zo de biodiversiteit en de natuurwaarden te herstellen. Marcel die in deze omgeving is geboren en getogen: “In mijn jeugd waren die akkers nog intact. Ik herinner me dat ik als jongetje door de wuivende korenvelden met bloemetjes liep. Nu bestaat een groot deel van ons boerenlandschap uit snijmais, eentonig en dramatisch voor de biodiversiteit. Eigenlijk ben ik weer op zoek naar mijn verdwenen kindergeluk.”
Oude graansoorten terugbrengen
Marcel startte in 2017 met 1 hectare op de akker waar we elkaar ontmoetten en inmiddels is dat in 6 jaar tijd uitgegroeid tot maar liefst 43 hectare. Op de graanvelden vind je oude graansoorten zoals Veluws Kruiprogge, Grijs Brabants Zandboekweit, Aalter Troshaver, Zwarte en Rode Emmer, Zomergerst, Spelt en Eenkoorn. Gewassen die van oudsher ook in de regio voorkwamen en hij opnieuw in het landschap wilde terugbrengen. Het zaad van deze gewassen kreeg Marcel in 2018 van de inmiddels overleden Loek Hilgers, die het uit een Duitse zadenbank terug naar Nederland haalde. De twee kilo grijs Brabants zandboekweitzaad wist hij al tot 3000 kilo te vermeerderen. De zomergerst leverde in 2019 een mooie korrel en oogst op, waardoor er bier gebrouwen kon worden. Ook de Veluws kruiprogge sloeg aan en is het hem gelukt om deze op te telen van 23 naar 200, toen 2500 en inmiddels 12.000 kilogram, waardoor hij er brood en bier van kon laten maken.
Vakmanschap
De granen hebben inmiddels hun weg gevonden naar lokale producenten. Marcel: “Inmiddels bakken diverse streekbakkers geweldige broden met mijn oergranen: Bakkerij Tom van Otterloo, Joris Brood uit Ede, Martin Admiraal in het Openluchtmuseum en Ivo’s pizza uit Wageningen. Mensen met een duidelijk visie op brood, wat een volle smaak moet hebben en louter bestaat uit pure ingrediënten. Marcel geeft me een brood van Tom van Otterloo in handen. In niets te vergelijken met een supermarktbrood, het is stevig, met een knapperige korst. Het brood krijgt een maximale rijstijd en Tom gebruikt zijn eigen desem. Het brood mag dan wel duurder zijn dan in de supermarkt, het is ook veel voedzamer dus je hebt er veel minder van nodig. Marcel levert zijn gemouten en ongemouten granen aan Stadsbrouwerij Wageningen en inmiddels ook aan de brouwer van Het Nederlands Openluchtmuseum en Nevel in Nijmegen. En hoewel Marcel zijn producten ‘bijvangst’ noemt, won het Gelders GraanGeluk bier wel de prijs voor het beste speciaalbier (onder de 7 procent) ter wereld najaar 2020. “Dat lukt alleen door de samenwerking op te zoeken met mensen die het vakmanschap hoog in het vaandel hebben. Zo zijn de smaak en het amberkleurige van Gelders GraanGeluk ook te danken aan het vakmanschap van mouter Jan Letgers van Vloermouterij Masterveld uit Winterswijk.” Naast de broden en het bier staat er staat nog meer op stapel. Zo wil Marcel nog broodbakmixen op de markt brengen. En sinds een paar weken heeft hij liefst zeven soorten ‘GraanGeluk StreekPasta’ van zijn granen gemaakt. Ook is Marcel geregeld op streekmarkten te vinden waar zijn brood, bier, havermout, bierschapenkaas, bier-mosterd en Gelders Gort gretig aftrek vinden.
Help GraanGeluk verder groeien en bloeien! Marcel deelt zijn Gelderse natuurboerenavontuur graag met jullie.En dan kan GraanGeluk ook doorgaan met de prachtige samenwerking die hij nu al jaren heeft met de traditioneel scheperende herder Clemens Oude Groeniger van Grebbeveld Schapen &zo en alle samenwerkingen met bakkers en brouwers. Alle GraanDeelHouders zijn komende zomer op locatie welkom tijdens een van de events of excursies en ontvangen een heerlijk lokaal GraanGelukpakket met streekbrood, streekbier en streekpasta!
Terug naar de toekomst
Marcel: “Door mijn manier van werken kan er een gezonde lokaal-regionale markt ontstaan, waarin boeren en producenten weer met elkaar samenwerken. Als je weet dat maar liefst 93 procent van de granen die we in ons land gebruiken voor brood, bier en koekjes niet uit Nederland komt, dan snap je dat dit hard nodig is. Vroeger was er een infrastructuur voor de korte keten. De boer ging met de platte kar vol granen na de oogst naar de molenaar of de brouwerij. Ieder dorp had wel een eigen molen en mouterij. Dit moeten we opnieuw uitvinden. Reversed innovation, noem ik het; ofwel: terug naar de toekomst. Met de kennis van vroeger en de moderne inzichten van nu. We moeten weer veel meer naar een lokale, regionale ordening van onze maatschappij. Marcel laat me een boek zien over de Arnhemse Korenmarkt met daarin nog foto’s van de Korenbeurs en graanopslag pakhuizen. Vroeger waren er aan de randen van iedere van de stad en dorp graanvelden. Het graan werd op traditionele wijze met de handzeis van het veld gehaald. Het hele dorp rukte dan uit en het was een hele happening. Door de komst van de vee-industriële landbouw, kunstmest en dus vooral snijmais zijn dit soort tradities verdwenen. Het lijkt me geweldig om weer zoiets te gaan organiseren op onze akkers, en deels hebben we dat ook al met succes gedaan.
Gescheperde schaapkuddes
Marcel laat de akker op ouderwetse wijze begrazen en bemesten door schapen. “Ik ben één van de weinige akkerbouwers in Nederland die weer met gescheperde veedriften werkt, waarbij een kudde op klassieke wijze wordt gedreven door een herder en zijn honden. Overal proberen we de schaapskudde er in najaar en voorjaar op te zetten, want dat is de oeroude teeltmethode; net als met gemaaid of begrazen gras gaan de wortels beter wortelen en komen er meer aren in de breedte, vandaar die naam ‘Kruiprogge’. De schapen weten inmiddels wel hoe lekker de Veluwse Kruiprogge is! En dan die lammetjes; geweldig toch? Op de heide is nu nog nauwelijks iets te grazen, maar de Graangelukakkers zijn frisgroen vol nutriënten, mineralen, eiwit.”
Boer-inclusief naturen
Op de vraag wanneer Marcel zijn GraanGeluk avontuur geslaagd vindt, antwoordt hij dat pas tevreden is als hij zijn doel heeft bereikt: een hogere beheervergoeding voor Landschapsgrond. Al langere tijd voert hij een onafhankelijke lobby voor het fenomeen ‘Landschapsgrond, als een tussenvorm van landbouwgrond en natuurgrond. Marcel: “Het idee is dat de grond in agrarisch eigendom blijft en ook zo kan blijven worden gebruikt, we gebruiken alleen geen kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen meer. Landschapsgrond blijft dus landbouwgrond en wordt niet afgewaardeerd; maar juist opgewaardeerd of hergewaarderd zodat daar een extensievere teelt met hoge natuurwaarden mogelijk wordt. Wij noemen dat boer-inclusief naturen.”
Marcel is er namelijk van overtuigd dat de strikte scheiding tussen landbouw en natuur een verkeerde ontwikkeling is. “Nu zie je nog maar twee dingen, iets dat ik ‘het Veluws drama’ noem. Aan de ene kant van het hekje zie je ‘puur natuur’, landbouwgronden die zijn opgekocht voor natuur, met verschraalde en soms zelfs afgegraven teeltgrond. Aan de andere kant van het hekje zie je snijmais. Bij beide mis je de natuurwaarden die je bij natuurrijke graanteelt zoals ik dat doe wel hebt.”
Cultuurlandschap restaureren met de boer aan het roer
Marcel zet zijn verhaal kracht bij met een aantal halmen van eigen akkers en die van Natuurmonumenten: een troshaver van 1.40 meter die op zijn eigen akker stond en een troshaver van Natuurmonumenten die er met z’n 20 cm behoorlijk schriel bij afsteekt. Marcel: “Het is misschien niet de doelstelling van Natuurmonumenten, want hun doel is ‘natuur’, maar toch vind ik het raar. Het zijn akkers die in cultuurlandschappelijk gebied op de Veluwezoom liggen. Kruiprogge wordt normaal 2 meter hoog, maar op die gronden slechts 1 meter hoog, met kleine aren. Een collega van mij noemt het ‘verschralings-landbouw.’ Wat hij had gedorst, was zo weinig dat hij het niet kon opgeven bij RVO want dat gaat vanaf een ton en mijn collega had maar de helft, 500 kg. Dan maak je alleen maar kosten. Het is zinloos qua landbouw, niet goed voor het bodemleven en eigenlijk kun je die akkers haast net zo goed weggooien. De bodem mist nutriënten en waarschijnlijk wel meer dan dat. Ik vind het onbegrijpelijk dat we dit soort gronden onttrekken aan de voedselproductie. Waar telen we dan nog onze streekgranen voor ons brood en bier? Moet je voorstellen dat we straks alleen nog supermarktbrood kunnen eten, wat een rampzalig beeld. Waarom niet inzetten op voedselproductie die tegelijkertijd ook goed is voor de bodem, waar ik al jaren met goed resultaat aan werk. Met Landschapsgrond kunnen we het Nederlandse cultuurlandschap restaureren met de boer weer aan het roer en de ecoloog mag meekijken en meedenken. Andersom leidt tot ongelukken als het om voedselproductie en beheer van akkerbodems gaat.”
Nieuw bestaansmodel
Marcel vervolgt: “Met langjarige overeenkomsten en een passende vergoeding vergroten we de mogelijkheden van (agrarisch)natuur en landschapsbeheer. Je hebt een beheerbedrag van 1500 tot 3000 euro nodig. Dan zul je zien dat je heel veel boeren kan verleiden om mee te doen, simpelweg omdat er een nieuw verdienmodel ontstaat, of liever gezegd: een bestaansmodel. Een stadspark staat voor 8000 tot soms wel 20.000 euro per hectare op de begroting, ons landschap is ook wat waard.”
Samenwerkingsmodus
Richting de boeren en producenten in de korte keten heeft Marcel een boodschap: “Boeren moeten verder kijken dan hun eigen erf. En wat mij betreft moeten we gezamenlijk zeggen: we gaan als producenten in de korte keten niet met onze producten de gangbare supermarkten in zolang die alle leveranciers afknijpen. Lokale voedselproducenten moeten de prijs weer graan dicteren. En dat moeten we samendoen, vanuit een samenwerkingsmodus kijken naar wat willen we met het landschap in onze streek, de ecologie, economie en maatschappij? Het huidige systeem faalt. We moeten samen kijken hoe we het heropbouwen. Ik besef me dat ons agro-ecologische; biodiverse en korte keten concept met gezonde streekproducten niet meteen op hele grote schaal in heel Nederland kan worden toegepast; maar zeker wel op plekken in en om natuurgebieden en in ons boerencultuurlandschap, dat gaat zeker om zo’n 700.000 hectare. Daar kan de maatschappelijk en politiek bestuurlijk zo gewenste transitie beginnen!”
Graangelukkig moment
Eenmaal thuis schenk ik het Gelders GraanGeluk bier in. En ja, ik snap wel dat dit biertje een prijs heeft gewonnen. De Tripel is ook verrukkelijk. De smaak springt wat mij betreft met kop en schouders boven al die speciaalbiertjes die er nu zijn uit. Vol en zacht. Je proeft de pure producten, ambacht en passie. Een Graangelukkig moment! En het mooie is, de Stichting GraanGeluk heeft via de website GraanDelen en GraanDeeltjes te koop waarmee je mee kunt zaaien en delen in dit avontuur: www.graangeluk.nl
Door: Ilse Boer