Durven we inzetten op een gedragsverandering van ons voedingspatroon? “Je durft het nu wél of je beperkt de keuzes van je kinderen later.” Ik bekeek het interview met Sjoukje Heimovaara (bestuursvoorzitter van Wageningen University & Reserach) en las de longread van Lynne Richards met het thema: “Willen we eten uit de fabriek of van de boer”? En van welke boer dan wel of niet? Wijze woorden van beide dames die gaan over onze hedendaagse voedsel-dilemma’s. De moraal van het verhaal: We zullen gewoon keuzes moeten maken. Ik maakte een korte samenvatting van het interview met Sjoukje Heimovaara en de longread van Lynne Richards. Beide met een totaal verschillende ’tone of voice’ maar wel met eenzelfde boodschap.
Sjoukje Heimovaara:
- “Minder verspilling van voedsel is de belangrijkste troef”. (we verspillen nu nog steeds circa 35%)
- “Ik ben oprecht bezorgd over de klimaatverandering, het verlies aan biodiversiteit en het gebrek aan visie op onze landbouw”. Maar ook optimistisch over de veerkracht van de natuur”.
- “Durven we inzetten op gedragsbeïnvloeding van het voedselgedrag van de bevolking? Je durft het nu wél of je beperkt de keuzes van je kinderen drastisch”.
- “Als we eerst maar eens de verhouding dierlijk eiwit (60% van ons voedsel) naar plantaardig eiwit (nu 40% van ons voedsel) omdraaien naar 40% dierlijk en 60% plantaardig.”
- “We hebben dappere leiders met visie nodig die keuzes maken: wat voor een land willen we zijn?” Zie ook dit artikel.
Lynne Richards:
- Van de ongeveer 8 miljard mensen lijdt minstens 1 miljard honger. Maar meer dan de helft is ondervoed op een andere manier; door ‘hidden hunger’. Bovendien is de mondiale voedselproductie veel groter dan wat nodig is om 8 miljard mensen te voeden. De wereld produceert véél meer calorieën (ongeveer 2963 per persoon ten opzichte van de minimale 2000 die we nodig hebben) Bovendien verspillen we nog steeds 35% van ons voedsel. Het is dus niet zozeer een kwestie van nog meer produceren om iedereen te voeden (het paradigma van de industriële landbouw) maar van een eerlijke verdeling en minder verspilling. Bovendien leven we in een illusie van overvloed, zie punt 2.
- De industriële landbouw met zijn nadruk op efficiëntie en winst heeft de wereld geleid naar uitputting van de bodem, woestijnvorming (ongeveer 30 voetbalvelden per minuut), vervuiling van ons water etc. Iets wat ons allemaal elke dag raakt. Het productieplafond van de industriële landbouw lijkt daardoor bereikt: de groei stagneert sinds 2010. Met de groeiende wereldbevolking en steeds meer voedselonzekerheid uit de industriële landbouw lijkt we aan te koersen op een tekort aan calorieën in 2027.
- De industriële landbouw drijft op fossiele energie: voor 1 tomaat hebben we ongeveer het equivalent van 5 lepels aardolie nodig. Omdat de bodem verarmd is en er steeds meer rassen gepatenteerd worden die meer kunstmest (ook zoet, schaars water trouwens) nodig hebben, zal de industriële landbouw steeds meer fossiele energie nodig hebben om kunstmest te maken: voor 1 kilo kunstmest is het equivalent van 2 liter diesel nodig. Nog meer verbruik van fossiele energie kan de wereld simpelweg niet aan.
- Het verder inzetten op patenten op zaden gaan we minder biodiversiteit krijgen. Dé voorwaarde voor veerkracht van mens en natuur. Een aanval op de biodiversiteit = een aanval op het leven zelf. De industriële landbouw heeft ertoe geleid dat we nog maar 9 monoculturen eten. En 50% van ons voedsel bestaat uit slecht 3: tarwe, mais en rijst. Verlies aan biodiversiteit op ons bord is een ramp voor onze gezondheid.
- Om de problemen het hoofd te bieden zijn er eigenlijk 2 stromingen ontstaan: Die van de tovenaars en die van de profeten. De tovenaars (techno-optimisten) denken dat we alle problemen kunnen oplossen met hoogwaardige technologie (bijvoorbeeld stoppen met boeren en al ons eten in de fabriek met behulp van bacteriën laten maken) Dan houden we natuur over en dan kunnen de ecosystemen zich herstellen. De profeten (de techno-pessimisten) denken dat alleen politieke & maatschappelijke veranderingen + gedragsbeïnvloeding de wereld, ons en onze gezondheid kan redden. Zij geloven erin dat de wereld gevoed kan worden zonder de planeet te ‘verslinden’.
- We hebben bijna 10.000 jaar achter de rug waarin kleine boeren circa 70% van de mensen op aarde voedden. En hoewel we dat zelden horen: dat is nog steeds zo. De industriële landbouw heeft als slogan: “Wij voeden de wereld.” Toch voeden zij slechts 30% van de mensheid. Terwijl ze wel voor 75% verantwoordelijk gehouden worden voor het grote verlies van biodiversiteit en veerkrachtige ecosystemen.
- We kunnen vanuit deze duizenden jaren ervaring plus de ervaring vanuit de industriële landbouw een nieuwe lokale/regeneratieve landbouw opstarten: energiezuinig, banenrijk, zinvol, divers, zelfvoorzienend en lokaal. Deze kan in onze wezenlijke voedselbehoeften voorzien. Dan hebben wij bovendien weer niet-bewerkt voedsel tot onze beschikking. Pure winst voor onze gezondheid. Zie mijn artikel Vezels, vezels, vezels.
- Is dat wel mogelijk? Ja het kan, mits we de subsidies voor destructieve monoculturen geleidelijk gaan afschaffen en gaan investeren (ook wat betreft regelgeving) in kleinschalige boerderijen.
- Groot voordeel: zo krijgen we uiteindelijk ook minder chemische stoffen in ons water, voedsel en lijf: Van de 140.000 chemicaliën en pesticiden die we na de 2-de wereldoorlog hebben gemaakt, hebben we slechts 7500 onderzocht op hun toxiciteit. Zie mijn artikel over hormoonverstoring.
Wat is ervoor nodig om te durven?
Keuzes maken die het leven op aarde centraal stellen. Dat is de kern van regeneratie: kiezen voor het leven en dat in alle daden, woorden, beleid en langetermijnvisies tot uiting laten komen. Maar dat weten we natuurlijk al heel lang. En toch, op prachtige regeneratieve burgerinitiatieven na, gaan de veranderingen bijna in slow motion. Misschien moeten we eerst onszelf regeneren voor we uberhaupt de aarde kunnen regeneren. Die geregeneerde aarde met een gezonde bodem en dito voedsel, schone lucht, schoon water en welzijn is onze wezenlijke bestaanszekerheid. Het is bijzonder hoe vaak het woord ‘bestaanszekerheid’ de laatste weken wordt gebruikt als het gaat om inkomen, bestaansminimum enzovoort. Maar die hebben pas waarde als de fundering onder ons leven blijft bestaan: en dat is de aarde die ons voedsel & alles wat we nodig hebben levert. Aan die bestaanszekerheid kunnen en moeten we met ons allen werken. Dat is niet iets wat de politiek ons wel of niet gunt, dat is ons grondrecht.
Pyschiater Dirk de Wachter vertelt het in onderstaande video in mijn optiek ZO ongelooflijk duidelijk: we moeten weer mens worden, ‘bemenst’ worden: de ontmenselijking die ontstaan is doordat er zoveel verbindingen verbroken zijn moet worden hersteld. We moeten weer zorgzaam en betekenisvol voor elkaar worden. Compassie hebben en weer op elkaar gaan passen. Door zinvol en zorgzaam voor elkaar te zijn ontstaat er een fundamentele vorm van tevredenheid: “Zo is het leven goed”. Dat gevoel heeft niets te maken met nog meer groei, winst, nog meer calorieen voor de rijke landen/mensen en de daarbij behorende vernietiging van ons leefmilieu. Ook niet met een perfecte wereld overigens, hoor je in de video.