Ik schreef dit sprookje naar aanleiding van de geboorte van ons eerste kleinkindje. Wat hopen wij als opa en oma dat ze opgroeit in een wereld waar het mooi leven is. Met mooie mensen, prachtige natuur, schone lucht, eerlijk voedsel en mooie landschappen. We hopen dat ze in een wereld opgroeit waar zingeving, welzijn, compassie en je eigen stem/ intuïtie weer de belangrijkste drijfveren zijn. We hopen dat zij (net als alle andere kinderen) in haar leven leraren, verzorgers, zorgprofessionals en familie om zich heen krijgt zoals Bellis. Die haar bewondering en verwondering meegeven voor alles wat leeft.
Honderden jaren geleden was er een prachtige, wijze en liefdevolle heks. Ze noemden haar Bellis omdat ze zo mooi was, maar ook omdat dat haar favoriete plantje was. Net als alle goedaardige heksen was ze druk, ZO druk met het uitdragen van kennis over de natuur, gezondheid en met het gezond en veilig ter wereld brengen van baby’tjes. Bellis zorgde ervoor dat aanstaande moeders een zo optimaal mogelijke bevalling kregen.
Ze werkte en werkte en werkte. Het verzamelen tijdens de zomermaanden kostte ook zoveel tijd. Hoe moest ze anders aan bijvoorbeeld madeliefjes, Pulsatilla, kamille of vers braamblad komen voor een winterse bevalling? Ze werkte zoveel dat ze aan zichzelf niet meer toekwam en haar eigen ontwikkeling een beetje stopte. Daarom mocht ze 100 jaar weg, naar een plek waar veel meer heksen tot rust konden komen, zich verder konden ontwikkelen en nieuwe kennis over de rijke giften van Moeder Natuur tot zich konden nemen. Zeg maar een soort 100 jaar durende sabbatical. Dat lijkt lang in mensentijd, maar er was zoveel te leren en te ervaren en vooral om nieuwe kennis te laten beklijven.
Pulsatilla/ Wildemanskruid op Heerlijk Westerwolds Land
Herboren keerde ze 100 jaar later terug naar de Aarde. Dit keer was het haar opdracht om jonge kinderen te ontwikkelen op het vlak van intuïtie, compassie en natuurintelligentie. Rekenen, taal en computeren hadden ze allemaal – vaak ten koste van heel wat speeltijd voor bijles- aardig onder de knie. Ze had er ontzettend veel zin in om kinderen te leren over de helende krachten van de natuur en de ware essentie van het leven. En om ze te laten voelen dat het beter het met hun koppie ging als ze meer tijd in de natuur konden doorbrengen. Maar eerst ging ze een maandje rondzwerven. Kijken of er in die 100 jaar veel veranderd was.
Zoveel veranderingen
Al snel kwam Bellis erachter dat eigenlijk alles veranderd was. Hoe mensen dachten, handelden, met de natuur omgingen, maar vooral ook waar ze in geloofden. In haar eerdere tijd op aarde was het verre van rozengeur en maneschijn, laat dat duidelijk zijn. Door de onhygiënische omstandigheden had ze veel baby’tjes of hun moeders zien sterven. Die babysterfte zorgde ervoor dat de gemiddelde leeftijd waarop mensen stierven veel lager lag dan nu. Bovendien waren honger, kou en slecht drinkwater factoren waar niet mee te spotten viel. Wat haar binnen een paar weken opviel, was dat het op alle wezenlijke aspecten van natuur, voeding en gezondheid totaal anders was.
Als eerste viel haar op dat het immuunsysteem van de mens niet meer capabel geacht werd, in plaats daarvan werd er nu meestal vertrouwd op medicijnen. Ze zag dat veel baby’tjes al in hun eerste levensjaar medicijnen kregen om te kunnen poepen, maagzuur en huidklachten te onderdrukken etc. Daar schrok Bellis van. Waren ze de werking van voeding en kruiden dan zo vergeten? Ze vond het ook erg lastig om te zien dat het intrinsiek versterken van het immuunsysteem van een baby’tje niet meer aan de orde was. Dat ook daar volledig op technische oplossingen werd vertrouwd. Terwijl je, zeker in de eerste 3 jaar van een mensenleven zo’n gedegen basis in de darmen kon leggen voor de gezondheid in het latere leven. En een baby’tje moest toch ook de onschuldigere kinderziekten doormaken omdat zijn immuunsysteem anders geen leerschool had. Het leek écht alsof ze dat vergeten waren. En zich daarom richtten op symptoombestrijding in plaats van het aanpakken van de oorzaak. Dit ontdekte ze overigens ook bij pubers en volwassenen. Zo slikten miljoen mensen cholesterol- en maagzuurremmers terwijl de onderliggende problemen vaak met voeding en kruiden weer in goede banen te leiden waren. Er kwamen per week 1200 diabeten bij, maar iedereen bleef het voedsel eten dat juist bijdroeg aan diabetes. Alleen omdat deze voeding nu eenmaal de norm geworden was. Sterker nog, je werd vreemd aangekeken als je dit eten niet at! Ze ontdekte dat steeds meer jonge kinderen antidepressiva en middelen tegen ADHD kregen, terwijl de oorzaak steeds vaker een verstoord darmmilieu en/of chemische stoffen bleek te zijn. Dit vaak ten gevolge van het Westerse voedingspatroon. En dat was me iets: de eerste keer dat ze in de supermarkt kwam schrok ze zich een hoedje: er stond nog maar een handjevol eten wat zij nog herkende als eten. Zo’n 75% kon zij niet meer herkennen als voedsel.
Nog meer veranderingen
Wat haar ook zorgen baarde, was dat ze diezelfde ontwikkeling ook zag bij het verbouwen van voedsel: men ging ervan uit dat een plantje zonder kunst-, drijfmest en bestrijdingsmiddelen niet meer kon uitgroeien tot een gezonde plant. Ze kwam er later achter dat dat ook werkelijk zo was omdat de bodem zo uitgeput was. Maar waarom dan niet de oorzaak aanpakken in plaats van het symptoom, vroeg zij zich af. Als je niets aan de oorzaak van de problemen deed zou je toch steeds meer hulpmiddelen nodig hebben? Zo hoorde ze dat een ernstige ziekte als Parkinson zelfs een link had met bestrijdingsmiddelen, maar dat er geen actie ondernomen werd vanuit de overheid. En dat het steeds minder vanzelfsprekend was dat ouders op eigen kracht kindjes konden krijgen door diezelfde bestrijdingsmiddelen en andere chemische stoffen. Ook dan grepen ze in met technische oplossingen zoals in fertiliteitsklinieken. Het voelde als de omgekeerde wereld omdat zowel mens, dier, plant en bodem uiteindelijk niet gebaat zijn bij symptoombestrijding.
Ze vroeg aan collega’s wat er toch allemaal aan de hand was. Zij vertelden haar dat de mensheid steeds meer was gaan geloven in technologie. Dat ze echt bijna overal wel een technische oplossing voor hadden; of het nu om apparaten, kunstmatig voedsel, computers, vaccins, medicijnen, operaties, bestrijdingsmiddelen of het in de hand houden van natuur- en milieuproblematiek ging. Dat ze ook alles verklaarden aan de hand van grafieken, modellen, tabellen, onderzoeken etc.
Bellis ging bij een meertje zitten staren naar de rimpelingen van het water. Ze hoorde de vogeltjes zingen en bijen en insecten zoemen. Ergens snapte ze het wel. Zeker omdat ze ook wist hoe het er 100 jaar geleden aan toe ging. De ogenschijnlijk ‘alles is te fixen’ oplossingen sprak de mens aan. Het leek allemaal zo gemakkelijk: Pijn? Pijn weg met een medicijn of een operatie. Insectenoverlast? Spuitbusje en weg waren ze. Slakken bij de sla? Weg met slakkendood. Maar ze zag hoe de aarde onder deze rationele, technische manier van denken te lijden had. En dat het niet zo door kon gaan. Ze was zo ongelooflijk blij met de opdracht waarmee ze terugkeerde van haar 100-jarige sabbatical: kinderen meenemen de natuur in zodat ze weer begrip, zorg, respect, be- en verwondering krijgen voor het leven. Voor alles wat moeder Aarde ons brengt, van een gezonde bodem, gezond voedsel, een gezonde economie, een gezond klimaat, hulp- en bouwstoffen, schoon water tot schone lucht. Wat een prachtige job had ze om de volgende generatie op de planeet te leren om hun drie breinen weer samen te laten werken, zodat zij hun eigen gezondheid en die van alles wat leeft weer in een breder (toekomst)perspectief kunnen zien. Zodat er een passend evenwicht ontstaat tussen alle nieuwe technologieën in landbouw, gezondheidszorg & eeuwenoude kennis. De mens had immers niet voor niets zijn ‘mensbrein’ ontwikkeld om ook de langetermijngevolgen van zijn handelen kritisch in de gaten te houden. Ze trappelde van ongeduld om zich aan haar taak te wijden.
De intuïtieve geest is een godsgeschenk, het rationele verstand een dienaar. Wij hebben een maatschappij geschapen die de dienaar vereert en het geschenk is vergeten.
Albert Einstein
Nawoord Rineke
Ik schreef dit sprookje naar aanleiding van de geboorte van ons eerste kleinkindje. Wat hopen wij als opa en oma dat ze opgroeit in een wereld waar het mooi leven is. Met mooie mensen, prachtige natuur, schone lucht, eerlijk voedsel en mooie landschappen. We hopen dat ze in een wereld opgroeit waar zingeving, welzijn en je eigen stem en intuïtie weer de belangrijkste drijfveren zijn.
Ik ben er van overtuigd dat een groot deel van de crisissen die er op dit moment zijn, te maken hebben met ons overactieve oerbrein. Het is ons instinctieve brein dat buiten onze wil om opereert, bezig is met de korte termijn en overleven. Zie deze link. Deze is erg op zichzelf gericht en totaal niet bezig met de langetermijngevolgen van ons handelen. Laat staan met de gevolgen voor anderen. Dit brein wordt danig op de proef gesteld in onze maatschappij. Met alle eisen die er aan ons gesteld worden in combinatie met onze onnatuurlijke voeding- en leefstijl. Ons weer (her)verbinden met de natuur is zo belangrijk om ook ons emotionele- en mensenbrein weer een stem te geven. Net als onderwijs voor kinderen waar ze weer de ware essentie van het leven leren. Ik hoop dat alle jonge kinderen onderwijzers, ouders, zorgprofessionals en verzorgers als Bellis zullen ontmoeten. Die hen bewondering en verwondering laten ervaren voor alles wat leeft, zodat ze kunnen opgroeien tot compassievolle ‘earthkeepers’.
TIP: een prachtige boekentip voor a.s (groot)ouders vind ik het boek “Jagen, verzamelen, opvoeden”.
Illustraties: Ellen Tierie