(Thuis)kiemen: waarom en hoe?

Interview met Adrie Klaassen van de Peuleschil

Historie van de Peuleschil

Adrie komt van oorsprong uit Zeeuws Vlaanderen. Hij wist al op jonge leeftijd dat hij iets wilde doen met natuur, milieu en duurzaamheid. In 1980 verhuisde hij naar Friesland om daar met een biologische tuinder een groenteproject te starten. Helaas was het grondoppervlak te klein en de grondsoort niet geschikt voor hun plannen. Daarom pakten ze het plan van zijn compagnon op: die wilde altijd nog iets doen met biologische taugé, omdat dat er destijds helemaal niet was. Door schade en schande hebben ze destijds het vak geleerd. Ondertussen hebben ze negen verse kiemsoorten en zijn ze marktleider als het gaat om thuiskiemen.

Gezondheidseffect van kiemen

Is het niet geweldig dat we een zaad, dat in veel gevallen niet te verteren is voor een mens, met enkel water en warmte kunnen omtoveren tot een voedingsmiddel dat alle plantdelen bevat? Als je een broccoli eet, eet je alleen de roosjes. Eet je een waspeen, dan eet je alleen de wortel. Door kiemen te eten eet je eigenlijk alles, van de plant: blad, wortel, bloem, stengel. In een kiem zit alles wat de uiteindelijke plant zal gaan bevatten. Bovendien snijd je een wortel of broccoli af en is het in wezen niet meer levend. Bij een kiem eet je echt alles wat de uiteindelijke plant in zich heeft, in nog levende vorm. “Alle vitamines, mineralen, sporenelementen, koolhydraten en aminozuren zitten in de kiem. Je zou je bijna afvragen waarom we in ontwikkelingslanden – mits er wel schoon water is – geen kiemen kweken in plaats van vitaminepillen te geven”, aldus Adrie.

Kiemen is zo leuk, zo gemakkelijk en zo gezond. Doe het lekker zelf!

De favoriete kiemen van Adrie

De favoriete kiem van Adrie is echt wel de Chinese prei (eigenlijk zou de naam Chinese bieslook beter zijn) vanwege zijn heerlijk knoflook smaak. Ook pittige radijs kiemen op een boterham met kaas vindt hij absoluut een smaaksensatie. Voor de consument is alfalfa nog altijd favoriet. Door zijn neutrale smaak natuurlijk ook bij allerlei gerechten in te passen.

Thuiskiemen, waar moet je op letten?

Tips over thuiskiemen, van Adrie:

• Koop biologische kiemen. Kiemen zijn zo gezond dat het spijtig is om zaden met residuen van bestrijdingsmiddelen of ontsmettingsmiddelen te kopen. Daar gaat het gezondheidseffect. (Ik ben het daar natuurlijk helemaal mee eens; alles wat je niet binnenkrijgt aan hormoon verstorende stoffen is pure winst voor je gezondheid)
• Vergeet niet je zaden goed voor te weken volgens de aanwijzing op de verpakking.
• Spoel de kiemen met lauwwarm water. Koud water vertraagt het groeiproces, zeker in de winter.
• Goed kiemen houdt in dat je kiemen noch te veel, noch te weinig water mogen krijgen. Dat bereik je het gemakkelijkst door te kiemen in een glazen pot met een gaasje erover: na het spoelen zet je de pot schuin op de kop zodat het overtollige water weg kan lopen.
• Alleen een pot met een brede hals geeft de grootste kans op succes; wordt de hals te smal dan blijft daar gemakkelijk te veel water in staan
• Het gaasje moet niet te grote maar ook niet te smalle gaatjes hebben. “Veel mensen gebruiken kaasdoek, vitrage of een stuk panty, maar dat is veel te dicht. Dat lukt gewoon niet, dat slibt dicht”.
• Als je kiemt in stapelbakjes zorg dan dat de spleetjes openblijven, anders loopt het water niet meer weg.
• Oliehoudende (slijmvormende) zaden zoals rucola, mosterd en tuinkers moeten op een ondergrond (van bijv. zigzagwatten) gekweekt worden, anders lukt het niet. Deze mogen absoluut niet met de glazen weckpot methode.

Is thuiskiemen gevaarlijk?

Nee, helemaal niet. Zolang er maar met biologische zaden gewerkt wordt en deze zaden een kiemcertificaat hebben (als ze van buiten de EU komen), waaruit ook blijkt dat er toezicht op het hele zaadteelt-proces is geweest, is er volgens Adrie geen gevaar. “Verder worden alle zaden die we aankopen eerst getest op de aanwezigheid van pathogene bacteriën”. In al die 35 jaar hebben ze nooit een klacht gehad.

Het onderscheidende van de Peuleschil

Ik vind het altijd leuk om te weten waarin een bedrijf zich onderscheidt van zijn collega’s. Dus stelde ik ook deze vraag aan Adrie. Vanuit zijn jonge jaren weet hij al dat hij natuur, milieu en duurzaamheid de belangrijkste thema’s vindt. Dus vind je dit ook in de hele bedrijfsvoering terug:

• Alle zaden zijn 100% biologisch. Om residuen te voorkomen, maar ook uit respect voor moeder aarde.
• Er worden geen groeibevorderende stoffen gebruikt. De taugé bijvoorbeeld is daardoor niet dik en waterig en is veel smaakvoller en langer houdbaar.
• De kiem krijgt echt wat hij nodig heeft. Elke kiem heeft zijn eigen wensen als het gaat om een optimaal kweekproces. Per kiem wordt het kweekproces daar ook op ingericht. Dat maakt dat een ooit aangeschafte standaard kiemtrommel werkeloos in een hoek staat.
• Ook het verpakkingsmateriaal is belangrijk. Zo hoopt Adrie heel binnenkort biologisch afbreekbare verpakkingen te hebben. “Dat was al bijna zover, maar toen bleek het van GenTech mais te worden gemaakt.En tja, dan heb je wel geen aardolieproduct, maar ook niet iets waar het milieu beter van wordt. Dus we moeten nog even geduld hebben voor een echt duurzame verpakking”.

Tot slot

Bedankt Adrie voor dit kijkje in de kiem-keuken! Mijn favoriete kiemen van de Peuleschil zijn toch echt wel de zoetige Zonnebloem, de pittige Broccoli en de super gemakkelijke Rode Klaver. En natuurlijk waterkers, maar die laatste kiem zit nog niet in het assortiment van de Peuleschil. Maar wie weet…

Klik hier voor meer informatie over de gezonde eigenschappen van kiemen.